‘FC Wolvega gaat voor nieuwe kansen in andere Tweede klasse’

WOLVEGA - Ze hadden op beter gehoopt, de mannen van FC Wolvega, aan het begin van seizoen 2022 - 2023. Een periode voor nacompetitie zat er wel in, dachten ze, maar het wilde maar niet lukken. Uiteindelijk belandde het team in de middenmoot, onbevreesd voor degradatie maar toch met het gevoel dat er meer in zat. Of er meer in zit moeten ze nu bewijzen tegen hele sterke tegenstanders, nadat de KNVB besloot dat het team uit Wolvega dit seizoen vooral teams uit Drenthe en Groningen gaat ontmoeten. Samen met hoofdtrainer Friso Bakker en assistent-trainer Robert Ensing blikken we terug op het afgelopen seizoen, waar het toch soms best wat meer had mogen vlammen, en kijken we vooruit op hun kansen in het aankomende seizoen. 

“De meeste mensen drukken hun verwachtingen voor het seizoen uit in resultaten,” steekt hoofdtrainer Friso Bakker gelijk van wal. “Natuurlijk hebben we vorig jaar ook uitgesproken op welke plek we willen staan na alle wedstrijden, maar Ik praat liever over hoe we dit willen doen. Vaak krijgen we complimenten dat we een goed voetballende ploeg zijn, maar kregen daardoor ook veel doelpunten tegen. Dat zet je wel aan het denken..”

Een periodetitel werd het echter niet, FC Wolvega eindigde in klasse 2K op de zevende plek, en echt strijd werd er ook niet altijd geleverd. “Het ontbrak af en toe wat aan de mentaliteit,” weet assistent-trainer Robert Ensing te vertellen. “De wedstrijden beginnen soms niet scherp genoeg. Dan zijn we te makkelijk.” Toch is het ook niet altijd kommer en kwel: “Het verschilt per wedstrijd. De ene keer gaat het beter, de andere keer mag er echt wel een schepje bovenop. Het is soms ook maar net wat het spelverloop is. Scoor je gelijk een prachtige goal, dan lijkt het team te zweven. Krijg je een klote goal tegen, dan zie je ze denken; dit overkomt ons weer.” Er kan veel gezegd worden over afgelopen seizoen, maar FC Wolvega won simpelweg genoeg wedstrijden om in de middenmoot van de tweede klasse te staan in een poule waar iedereen aan elkaar gewaagd was. Tot de allerlaatste wedstrijd ging het ergens om en ook het team uit Wolvega kon tot de laatste wedstrijd nog de nacompetitie bereiken en spelen voor promotie.

‘Scoor je gelijk een goal, dan lijkt het team te zweven’

Een lastige competitie

Aankomend seizoen mag het elftal de borst nat maken. Het team is ingedeeld bij voornamelijk Groningse en Drentse teams, teams die over het algemeen bekend staan als sterke tegenstanders. Dat is dan ook de reden waarom Friso en Robert voorzichtig zijn met het uitspreken van doelstellingen: “We kennen onze tegenstanders nog niet en tegen de meeste teams hebben we nog nooit eerder gespeeld.”

Genoeg om trots op te zijn

De afgelopen jaren is er veel gezegd en geschreven over FC Wolvega. Nog niet heel lang geleden verkeerde de club in financieel zwaar weer. “Alle leden hebben de schouders eronder gezet om de club weer gezond te krijgen,” herinnert Robert zich. De huidige assistent-trainer van het eerste team zat destijds in de technische commissie en zat zodoende dicht op het vuur: “Destijds hadden we nog een Zondag 1 en een Zaterdag 1, wat natuurlijk de nodige kosten met zich meebrengt. Het werd ons duidelijk dat we een keuze moesten maken: Óf we spelen op zaterdag, óf we spelen op zondag. Twee selectieteams waren financieel niet meer op te brengen.” De vereniging maakt samen een besluit: Ondanks dat het zaterdagteam dan nog lager speelt dan het zondagteam, kiezen ze voor zaterdagvoetbal. Zodra alle ogen gericht waren op het nieuwe FC Wolvega 1 begint dit team te presteren. Van de vierde klasse stijgen ze in twee seizoenen naar de tweede klasse, waar ze nu al vier seizoenen spelen. 

Een andere keuze die de club maakt, is om uit te gaan van hun eigen kracht. Robert: “Dat houdt in dat we het vooral met onze eigen jongens willen doen. Iedereen mag zich bij ons aanmelden, maar we zullen spelers niet actief benaderen. Spelers van andere clubs actief aantrekken zorgt voor minder binding. De speler voelt zich minder verbonden bij de club en de vereniging en haar supporters voelen zich minder verbonden met de spelers. De saamhorigheid en sfeer worden beter als er eigen jongens op het veld staan.” 

Opleiden en ontwikkelen

Daarnaast is er flink geïnvesteerd in de jeugdopleiding. Hun motto: opleiden en ontwikkelen. Dat gaat volgens Robert niet alleen om de spelers: “Natuurlijk willen we een vereniging zijn die ervoor zorgt dat talentvolle jongens en meisjes zich kunnen ontwikkelen tot sterke en technische spelers, maar dat geldt net zozeer voor onze trainers. We willen hen alle tools aanreiken om onze jeugd zo goed mogelijk op te leiden.” Dat doet de vereniging onder andere door informatieavonden te houden voor alle jeugdleiders/trainers: “Er was een tijd dat we jeugdtrainers gewoon een net ballen en wat pionnetjes gaven en zeiden: succes ermee. Daar zijn we vanaf. We willen dat onze jeugdtrainers zich gezien voelen, dat ook zij de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen.” Mede dankzij de twee hoofd-jeugdopleiders zit de jeugdopleiding van FC Wolvega in de lift. Bijna alle eerste jeugdteams spelen hoofdklasse of hoger. 

Inmiddels gaat het op alle vlakken dus beter in Wolvega. De club heeft veel om trots op te zijn, al blijven er punten voor verbetering: “Onze club groeit, alleen onze capaciteit niet. We komen nu eigenlijk een kunstgrasveld en een stuk of vijf kleedkamers te kort. Maar als je kijkt waar de club vandaan komt, dan kun je alleen maar trots zijn.”

Klik hier om de verhalen van de andere voetbalclubs uit de regio te lezen.