Gemeente Ooststellingwerf zet zich in voor ouderen met huisbezoeken door vrijwilligers

OOSTERWOLDE - Er zijn steeds meer ouderen in gemeente Ooststellingwerf. Om oog voor hen te houden werkt het Gebiedsteam samen met een aantal vrijwilligers. Deze vrijwilligers gaan bij ouderen langs voor een praatje en brengen in beeld wat de ouderen nodig hebben. Ze zijn als het ware de spin in het web en brengen de behoeften van de ouderen samen met het zorgaanbod in de gemeente. RondOm de Stellingwerven gaat op bezoek bij Gerard Habes, hij is coördinator van deze groep vrijwilligers en gaat zelf ook regelmatig op huisbezoek. 

In 2006 doen vijf Friese gemeenten samen onderzoek naar hoe het met de ouderen in de gemeente gaat. Ooststellingwerf vind dat eenmalige onderzoek niet genoeg en besluit om jaarlijks door te gaan met het onderzoek. Dat werd geregeld door het Stip loket. 

In 2007 verhuist meneer Habes samen met zijn vrouw naar Oosterwolde. In de krant ziet hij een oproep langskomen in de krant: “De gemeente was op zoek naar mensen die aan de huisbezoeken wilden meewerken. Ik heb mij toen bij het Stip aangemeld en werd aangenomen.” In die tijd, vertelt Habes, bestaat het team nog uit tien personen. Ze komen één keer per maand bij elkaar. 

Het team van vrijwilligers krijgt van de gemeente een lijst met burgers die 75 jaar en ouder zijn en in een bepaald jaartal is geboren: “De ene keer behandelen we bijvoorbeeld 1936 en daarna 1937. Zo zorgen we ervoor dat we niemand overslaan.” De vrijwilligers proberen eerst contact te leggen via de telefoon: “Dan bellen we op om te vragen of ze behoefte hebben aan een bezoek. Er zijn natuurlijk altijd mensen die dat niet nodig vinden, maar veel mensen vinden het toch fijn dat we langskomen. Je merkt dat ouderen het prettig vinden dat ze weten dat de gemeente naar hen omkijkt.” 

Als iemand het fijn vindt dat een vrijwilliger langskomt, dan wordt er een afspraak gemaakt voor een huisbezoek: “We vinden dat face-to-face contact erg belangrijk. Aan de telefoon kun je toch makkelijk veinzen dat het goed met je gaat. Ik kijk altijd even in de oogjes, dan heb je veel sneller door dat iemand ergens mee zit.” 

Eenzaamheid

Vrijwilligers gebruiken een vragenlijst om structuur aan te brengen in hun gesprek. Daarin staan vragen over hun woonsituatie, de bereikbaarheid van voorzieningen en de gezondheid van de oudere. Maar ook eenzaamheid is een belangrijk punt van gesprek: “Lang niet iedereen zal gelijk toegeven dat hij of zij eenzaam is, of zich wel eens eenzaam voelt,” legt Habes uit. “Daarom vragen we bijvoorbeeld hoe het contact is met de buren, of de kinderen in de buurt wonen. Uit de antwoorden op die vragen kun je veel halen.”

Als ouderen aangeven ergens moeite mee te hebben, dan gaan de vrijwilligers aan de slag. Ze zorgen dat de ouderen in contact komt met de juiste persoon van het gebiedsteam: “Er was bijvoorbeeld een meneer die niet meer op grote wegen durfde te rijden. Dan stuur ik zijn gegevens door naar het gebiedsteam en die nemen contact met hem op. Daarin resulteerde dat hij recht heeft op vervoer van de gemeente, bijvoorbeeld in de vorm van een taxi of Valys taxivervoer.” De vrijwilligers zijn een spin in het web en verbinden de ouderen met de hulp die de gemeente kan bieden. 

Coördinatie van vrijwilligers

Meneer Habes is de coördinator van de vrijwilligers: “Eind 2010 werd ik door wethouder E. Van Esch gevraagd of ik de organisatie, die voorheen door Stip werd geregeld, op mij wilde nemen. Vanaf 2011 organiseer ik dus, samen met de afdeling ‘Samenleving’ van de gemeente, de huisbezoeken.” De vrijwilligers komen tien keer per jaar samen. Een week voor de vergadering is meneer Habes al op het gemeentehuis te vinden. Samen met de gemeente bepaalt hij welke leeftijdscategorie bezocht wordt en maakt hij de brieven klaar die naar de te bezoeken adressen gestuurd worden. De gemeente checkt nog of de brieven niet per ongeluk belanden bij iemand die al is overleden of is verhuisd en dan gaan ze, in opdracht van Habes, op de post. ?Tijdens deze vergaderingen worden de lijsten met de nieuwe adressen aangereikt: “Vrijwilligers krijgen ongeveer acht adressen per maand, dus dat komt vaak neer op twee huisbezoeken per week.” Er wordt ook besproken wat er uit eerdere huisbezoeken naar voren kwam en met welke punten de gemeente al wat heeft gedaan. Jaarlijks maakt Habes een overzicht voor de gemeente hoeveel bezoeken ze hebben afgelegd en aan welke zaken aandacht besteed moet worden. 

Regelmatig komen er ook gasten langs bij de vergadering, die de vrijwilligers helpt met hun werk: “Bijvoorbeeld mevrouw Trees Flapper die ons heeft bijgepraat over eenzaamheid. Er is ook een spreker geweest van Humanitas en een mevrouw die ons heeft uitgelegd wat de mogelijkheden zijn van het hospice in Drachten.” De vrijwilligers zijn overigens ook opgeleid om dit werk te doen en weten bijvoorbeeld goed hoe ze eenzaamheid moeten herkennen. 

Corona

Tijdens de coronacrisis zijn er geen bezoeken afgelegd door de vrijwilligers, maar dit wordt nu weer opgepakt: “De maatregelen zijn versoepeld en de meeste ouderen hebben het vaccin ontvangen, dus binnenkort starten we weer.” Het belangrijke werk van de vrijwilligers heeft echter wel een tijd stil gestaan, waardoor er een achterstand is ontstaan. Daarom heeft de gemeente dit jaar extra vrijwilligers gezocht en met succes! Er zijn twaalf nieuwe huisbezoekers die sinds 14 maart aan de opleiding zijn begonnen. 

Wilt u meer informatie over de huisbezoeken, neem dan contact op met het Gebiedsteam. Bel naar (0516) 820 100 (op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur) of mail info@gbtoost.nl.