De geschiedenis van isolatie in Europa
WonenFRIESLAND - Isoleren is hot! Vanwege de ISDE kiezen steeds meer woningeigenaren ervoor om eens kritisch te kijken naar de staat van de isolatie. Dat is niet gek, want een beter geïsoleerd huis betekent een lagere energierekening, minder verbruik én een behaaglijker klimaat. Wist jij dat het isoleren van een woning al eeuwen gebeurt? RondOm Vandaag duikt in het verleden van isolatie.
In de prehistorie woonden de meeste mensen nog niet op een vaste plek en hadden dus ook geen woning. Toch gebruikte ze het principe van isolatie al wel. Ze gebruikten dierenvellen als isolerende kleding en dekens. Door zich in die dierenvellen te wikkelen weerden ze de kou en de vochtige omstandigheden. Na verloop van tijd begonnen steeds meer mensen zich te vestigen in agrarische samenlevingen. Vooral in de koudste streken van de wereld, zoals Scandinavië, Rusland en Schotland, ging men op zoek naar manieren om hun woningen warmer te houden. Vanaf 3000 v.Chr. bouwden mensen huizen die voor een deel in de grond verscholen waren. De aarde vormt een natuurlijke, isolerende deken waardoor warmte beter in de woning blijft. Het enige nadeel is dat de woningen vaak wel heel vochtig waren, waardoor houten constructies sneller wegrotten.
Brandbaar materiaal
In de Middeleeuwen begint de mens meer omhoog te bouwen. Ze isoleren hun woning door op hun dak dikke lagen riet te leggen. De muren bouwden ze van klei en stro. Over het algemeen zijn dit materialen die goed isoleren, maar ze zijn ook enorm brandgevaarlijk. In de late Middeleeuwen gaat de elite dan ook op zoek naar een betere manier van isoleren.
Spouwmuurisolatie
Dit is wanneer we voor het eerst spouwmuurconstructies zien. Een spouwmuur bestaat eigenlijk uit twee muren, de binnen- en buitenmuur, en een ruimte daartussen waarin isolatiemateriaal gestopt kan worden. In eerste instantie gebruikt men de spouwmuur vooral om vocht te weren, maar later komt men achter de isolerende eigenschappen van deze constructie. De ruimte tussen de spouwmuur werd gevuld met een heel scala aan isolatiemateriaal. Alles kon in aanmerking komen, als het maar vocht absorbeerde en warmte slecht geleidde. Spouwen werden in eerste instantie gevuld met restafval, zoals turfmolm en vlasafval. Later ging met speciaal hiervoor vergaren, zoals mos, kurk, hennep, schelpen en suikerrietstro. Dit zijn hele duurzame materialen. In historische panden treft men nog steeds dit soort isolatie aan, dat na drie eeuwen in goede staat verkeerd.
Eind negentiende eeuw zien steeds meer mensen de noodzaak in van goede isolatie. Door de oprukkende industrie moeten steeds meer leidingen en installaties geïsoleerd, om energieverlies te voorkomen. Vanaf 1980 gebruikt men daarvoor steeds meer kunstmatige materialen, zoals steenwol en kunststofschuim. Hoewel steeds meer panden geïsoleerd worden, zou het pas tot na de Tweede Wereldoorlog duren voordat isoleren echt de norm wordt. Vooral door de oliecrisis in 1973 ziet men de noodzaak van isoleren in. De overheid wordt erop gebrand om energieverlies in woningen zoveel mogelijk te beperken. Sindsdien zetten ze zich actief in om het uitvoeren van isolerende maatregelen te bevorderen.