Interieur-influencer Mindy Schroor wordt blij van roze

DRACHTEN - Haar keuken is paars, de muren zijn roze, haar salontafel bestaat uit een glasplaat die steunt op een panter, in de kamer staat een vogelkooikast met daarin een roze poedel en op haar gallery wall (een wand met lijsten met verschillende prints, foto’s en afbeeldingen) prijkt in neon letters het woord: WOW. Precies onze reactie als we mogen binnenkijken bij Mindy Schroor uit Drachten.

Ze is maar liefst zeventien keer verhuisd in haar leven. Geboren en getogen in de stad Groningen komt ze via allerlei omzwervingen in Friesland terecht. In Drachten woont ze samen met Theo en kinderen Nayla en Ravi in een twee onder één kap-huis. Komende zomer wonen ze er zeven jaar. “Ik heb hier echt mijn thuisbasis gevonden. Dit is ons thuis en hier blijven we nog wel een tijdje wonen”, zegt Mindy.

Het is nooit klaar

Ze is blij haar rust gevonden te hebben. Al dat verhuizen heeft een impact gehad. Ze legt uit dat het lang kan duren voor je je ergens thuis voelt. “Het was vaak een kwestie van meubels verhuizen, de nieuwe plek leren kennen en voor je überhaupt geaard was, alweer inpakken.” Hoewel dit huis gelijk goed voelt, duurt het even voor Mindy zich er compleet thuis voelt. “Het zat zo in mijn systeem om me niet aan een plek te hechten.” Dus verft ze de muren van dit huis wit, op een enkele muur na waar een kleurtje op mag. “Pas na een paar jaar dacht ik: wat kunnen we hier allemaal mee? En die gedachte heb ik nu nog steeds: ik ben er altijd mee bezig, het is nooit klaar. Want elke keer heb ik weer nieuwe ideeën. Ook al vind ik het nu heel mooi zo, ik blijf nieuwe dingen uitproberen.” Ook vanwege Instagram (@mindy_schroor). Niet alleen haar hobby, maar met 84.4000 volgers ook haar broodwinning.

“Het is gezellig, er is veel om naar te kijken, maar het is niet hysterisch”

Wanneer ze in 2018 begint met interieurposts kan ze niet bevroeden dat het zo’n vaart zou gaan lopen. Om voor haar zoontje te zorgen, stopt Mindy met haar werk in de mode. Ze zoekt een manier om thuis haar creativiteit kwijt te kunnen. “Daardoor explodeerde het in huis.” Haar woordkeuze is treffend, want waar je ook kijkt zie je een explosie aan kleuren. Nu is alleen de overloop nog wit, maar daar komt binnenkort verandering in. “Mijn dochter heeft een liefde voor wit en vindt het allemaal te roze in huis”, zegt ze lachend. “Dus van haar witte kamer moet ik afblijven.” En hoewel er veel te zien is, zit er eenheid in waardoor het interieur toch een bepaalde rust uitstraalt. “Het is gezellig, er is veel om naar te kijken, maar het is niet hysterisch”, vult de interieurgoeroe aan.

Experimenteren

Maar hoe ga je van bijna helemaal wit naar een bont geheel waarbij roze de overhand heeft? “Toen ik begon met experimenteren hield ik erg van retro en vintage. We hadden een Chesterfield-bank en dus probeerde ik voor het eerst okergeel op de muur. Ik vond dat spannend en deed alleen de korte wand en een klein kleurvlak. Daarna verfde ik de lange wand groen en toen ging de knop om.” Inmiddels hebben de muren allerlei kleuren gehad. Eén keer pakt het minder goed uit: een roze en gele combinatie was minder geslaagd. “Maar het mooie is, dat je er zo weer overheen kunt schilderen. Dat is zo gepiept.”

Mindy merkt echter dat mensen angstig zijn voor kleur en verandering. “Ik adviseer altijd het gewoon te proberen. Vind je de kleur mooi, maar te donker? Dan verf je het drie tinten lichter. In het ergste geval saus je het weer wit.” Ook voor haar is het een zoektocht geweest, maar inmiddels heeft ze het gevoel dat roze qua kleur het beste bij haar past. Dat wil niet zeggen dat er nooit meer iets zal veranderen, maar ze verwacht geen uitstapjes naar groen. Roze blijft de basis. “Je moet ervaren waar je je lekker bij voelt. Dit interieur past bij ons, het laat zien wie we zijn. Dat mis ik vaak bij andere mensen. Velen houden het veilig. Maar het is jouw huis, dus wat maakt het uit wat de buren ervan vinden. Als jij gelukkig bent, is het toch goed?”

Geen stijl

Een label plakken op haar stijl vindt ze moeilijk. “Ik houd van Hollywood Regency en Art Deco, maar meestal noem ik het eclectisch omdat daar bijna alles onder valt.” Ze houdt van grootse gebaren. Een excentrieke Lotus-lamp, kleurrijke tapijten en een vaas met struisvogelveren, gecombineerd met planten, een lamp die van oma had kunnen zijn en grote gouden leeuwenbeeld. “Wat ik hier vooral heel fijn aan vind, is dat er zoveel te zien is. Ik kijk graag naar mooie dingen.” En hoe gek ze ook is op haar spulletjes, ze hecht er niet veel waarde aan. “De spullen die van mijn moeder zijn geweest, zijn waardevol voor mij. Die verdwijnen misschien wel uit het interieur, maar niet uit mijn huis. Maar alle andere dingen, kan ik als ik er op een gegeven moment op uitgekeken ben, makkelijk weggeven als ik weet dat ik mijn schoonzusje of beste vriendin daar erg blij mee maak.”

Wat ik hier vooral heel fijn aan vind, is dat er zoveel te zien is. Ik kijk graag naar mooie dingen.

Ze houdt van designer-items maar kan net zo blij worden van kringloopgeluk. “Ik zie overal de schoonheid van in, ook omdat ik er vaak mijn eigen draai aangeef. Kleding vermaak ik soms of ik geef iets een likje verf.” Zoals ze met de keuken heeft gedaan. Geld voor een nieuwe was er niet, maar nadat de keuken paars geverfd is, voorzien is van een nieuw werkblad en een andere kraan, is die weer als nieuw. “Wij zijn er ontzettend blij mee. En dat is ook wat ik wil uitdragen: denk in mogelijkheden en wees niet te streng voor jezelf. Volg je gevoel, richt je huis in zoals jij het leuk vindt en je zult zien, hoe blij je daarvan wordt.”