SC Cambuur-trainer Sjors Ultee analyseert: “We moeten een norm stellen waar je niet onder kan komen”

LEEUWARDEN - De eerste weken van Sjors Ultee zitten erop als hoofdtrainer van SC Cambuur. De bevlogenheid spat er werkelijk vanaf bij de kersverse coach van de Leeuwarders. De trainingsintensiteit ligt hoog en de intenties zijn direct voelbaar in Leeuwarden. “Presteren vraagt veel verandering in doen en denken.” 

De eerste weken in Leeuwarden bevallen Sjors Ultee uitstekend. Hij voelt zich direct welkom bij de volksclub. “Misschien wel de meest typerende dingen zijn niet eens binnen de club gebeurd. Zo kwam ik aan in mijn hotelkamer en lag er een mooi briefje klaar met de tekst: ‘Welkom bij de mooiste club van Nederland en heel veel succes’. Ik zat in totaal twee dagen in het hotel, dus ik had eten besteld. Op het zakje van mijn eten stond: ‘Welkom bij deze mooie club en heel veel succes’. Dat gevoel, dat zijn dan kleine dingetjes, zegt denk ik wel heel veel over hoe de club leeft. Dat gevoel krijg ik zowel binnen als buiten de club. Je voelt aan alle kanten dat mensen open staan en warm zijn. Tegelijk merk je ook dat mensen kritisch zijn, maar wel op een hele fijne manier. Niet kritisch om te zeuren, maar omdat ze graag willen dat het goed gaat. Daarnaast natuurlijk het spandoek met de tekst: ‘Welkom Sjors en Rob’. Het zijn van die kleine dingetjes die voor mij het grote geheel bevestigen.”

Sjors Ultee heeft zijn eerste weken als trainer erop zitten.  Foto: Dijks Media / Sietse de Boer

Positieve werkomstandigheden 

En dus zijn de werkomstandigheden goed. Gelukkig maar, want Ultee en zijn technische staf staan voor een loodzware opdracht: SC Cambuur in de Eredivisie houden. “Toen ik tekende wist ik ook al dat het geen gespreid bedje is, waar je lekker in de Eredivisie blijft en je elfde wordt. Dat de uitdaging groot is, was voor mij vanaf het begin duidelijk. Ik heb daar ook bewust voor gekozen. Dat brengt ook de druk van degraderen met zich mee. We moeten ergens een reeks van overwinningen gaan neerzetten om genoeg punten te behalen. Daar gaan we voor”, licht hij toe. 

De juiste mix vinden

Dat begint allemaal met een plan en een visie, iets wat Ultee bewezen wel is toevertrouwd. Het vereist ook de nodige verandering. Best een uitdaging, want het plan van Cambuur heeft lange tijd natuurlijk wél gewerkt. Ultee legt uit: “Dat is ook een uitdaging. Je moet zeker niet alles willen veranderen. Er waren heel veel dingen die heel goed gingen met resultaat en dingen die goed gingen zonder dat je de wedstrijd won. Je moet natuurlijk de dingen meenemen die goed zijn. Dan is het zoeken van: wat hou je, wat moet je houden maar beter gaan doen en wat moet je écht anders gaan doen. Daar moet je een juiste mix in vinden.”

Sjors Ultee observeert tijdens de training. Foto: Dijks Media

Gedragsverandering

Ultee is de afgelopen weken al druk bezig met observatie en bewustwording. “Je kunt niet wegkomen met zeggen: ‘het is pech’ en ‘net niet’. Dat gevoel heb ik weg proberen te halen en dat doe ik nog steeds iedere dag met de staf. We moeten snappen dat als het zo doorgaat -dat zie je ook in de tegengoals terug, bijvoorbeeld in de oefenwedstrijd tegen Heracles- dat punten pakken wel heel moeilijk wordt. Het zijn weliswaar niet veel tegengoals, maar de waarde van de tegengoals is wel heel hoog. Dat is één van de eerste lessen, dit moeten we beter gaan doen. Daarbij komt ook het duelleren en tegenstanders pijn doen. Cambuur is een ploeg die heel leuk en goed kan voetballen, wat ook zeker zo moet blijven, maar je moet tegenstanders wel meer pijn doen in je aanvalsspel. Kort samengevat: we willen het goede voetbal behouden in de opbouw, want daar is Cambuur echt een hele goede ploeg in. Daarin moeten we wel iets minder blaffen en meer bijten. Daarnaast verdedigend: het echte verdedigen rond de eigen 16 meter moet foutlozer en meedogenlozer worden.”

Competitiewedstrijden moeten niet het examen zijn, maar een gevolg van wat je daarvoor gedaan hebt.

De norm moet omhoog

Om dat doel te bewerkstelligen moet de norm omhoog. “Aan de verre voorkant heb ik natuurlijk al met Foeke, Ard en Gerald gesproken. Gedrag zit voor een deel in het karakter. Je hebt gewoon bepaalde spelers waarvan je weet: die scoren nooit een onvoldoende op inzet en duels. Om dat vast in je systeem te krijgen, vergt wel gedragsverandering. Ik denk wel dat iedereen een voldoende kan scoren. Er zal dan nog een begrenzing zitten in het maximale, maar iedereen kan terug sprinten en duelleren. Dit zijn dingen die moet je in je systeem rammen, want in de top doet iedereen het. Daar kan je niet wegkomen met een beetje half, want dan speel je gewoon niet. Dat moet hier ook een beetje de cultuur worden. Een norm waar je niet onder kan komen. Je kan best een keer een bal binnen- of buitenkant paal schieten of een kans missen, maar terug sprinten is niet een ‘kan wel’ of ‘kan niet’, terug sprinten moet. Als je dat zo vaak doet op trainingen en oefenwedstrijden, dan gaat dat in de competitie vanzelf. Competitiewedstrijden moeten niet het examen zijn, maar een gevolg van wat je daarvoor gedaan hebt. Dat vraagt een verandering in cultuur, in denken en doen.”