Tijd voor vakantiegeld, maar waar heb je recht op?

FRIESLAND - Het is mei, de maand dat veel werknemers in Nederland weer kunnen rekenen op vakantiegeld. Voor veel mensen een mooie opsteker, waarmee niet alleen een vakantie kan worden betaald, maar waarvan een deel ook wel gebruikt wordt voor een nieuwe wasmachine, auto, kleding of speelgoed voor de kinderen. Hoeveel vakantiegeld je krijgt, is afhankelijk van de hoogte van je loon. RondOm Vandaag zocht uit waar je allemaal recht op hebt

De hoogte van je vakantiegeld

Zoals al vermeld is de hoogte van je vakantiegeld afhankelijk van hoeveel je verdient. Op de site van de Rijksoverheid is te vinden dat de manier waarop de hoogte van je vakantiegeld wordt berekend, vaststaat in de weten. Je hebt recht op vakantiegeld van minimaal 8% van jouw bruto jaarsalaris (loon waarvan de belasting nog niet is afgetrokken) van het afgelopen jaar. Jouw vakantiegeld, wettelijk wordt dat overigens vakantiebijslag genoemd, wordt berekend over het loon dat je hebt verdiend in het afgelopen jaar. Wanneer je je vakantiegeld bijvoorbeeld in mei uitbetaald wordt, dan berekenen ze je loon over de maanden april tot april. Andere betalingen, zoals een winstuitkering, tellen niet mee met de berekingen. Als je in het afgelopen jaar ziek bent geweest, loopt de opbouw van het vakantiegeld wel gewoon door. Sinds 2018 staat vast dat overuren ook worden meegenomen in de berekening voor je vakantiegeld. 

Voorbeeld: Mevrouw Jansma is monteur zonnepanelen. Haar bruto maandloon is € 2.449. Jaarlijks verdient zij bruto een bedrag van € 29.388. De hoogte van haar vakantiegeld is 8% van haar bruto salaris. Dit komt neer op € 2351,04

Ik ontvang elke maand mijn vakantiegeld

Niet alle werkgevers betalen eenmaal per jaar vakantiegeld uit, maar betalen het elke maand uit. Wettelijk gezien mag dit, als het maar duidelijk vermeldt staat op je loonstrookje. Hierbij geldt ook dat dit bedrag tenminste 8% moet zijn van het bruto maandloon. Soms kunnen werknemers zelf bepalen of ze hun vakantiegeld maandelijks of jaarlijkst willen laten uitbetalen. Het Nibud, het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, schrijft dat het verstandig is om je vakantiegeld één keer per jaar uit te betalen. Vakantiegeld is echt een extraatje en door het maandelijks uit te laten betalen wordt het bedrag al vrij snel ‘normaal’. 

Waaraan mag ik mijn vakantiegeld besteden?

Waar jij je vakantiegeld aan uitbesteed, mag je helemaal zelf weten! Uit de Vakantiegeld Enquete 2020 van het Nibud blijkt dat de meeste mensen het vakantiegeld gebruiken om te sparen. Ook gebruiken mensen het om wel de vakantie te betalen of gaat het gewoon ‘op de grote hoop’ om boodschappen, kleding of cadeaus van te kopen. 

Mijn baas heeft het financieel moeilijk, mag hij de uitbetaling van vakantiegeld uitstellen?

Nee, jouw werkgever mag niet zomaar de uitbetaling van je vakantiebijslag uitstellen. Vooral aan het begin van de coronacrisis was hier veel discussie over, omdat werkgevers niet het geld hadden om het vakantiegeld uit te betalen en de steunmaatregelen hierin hen niet tegemoet kwamen. Wettelijk staat vastgelegd dat vakantiegeld uiterlijk in juni uitgekeerd moet worden. Wel is het mogelijk, om in overleg met de werknemers, de uitbetaling van vakantiegeld eenmalig twaalf maanden uit te stellen. Beide partijen moeten hiervoor toestemming geven én het is handig als dit schriftelijk wordt vastgelegd. Vraag als werknemer dan ook zeker een kopie van de gemaakte afspraken aan. Komt jouw werkgever de afspraken die je gemaakt hebt over vakantiegeld niet na, dan kun je juridische stappen ondernemer. Hiervoor kun je terecht bij een advocaat, bij het Juridisch Loket of in sommige gevallen bij de vakbond. 

Ik heb te maken met loonbeslag, krijg ik nu wel mijn vakantietoeslag?

Als je veel schulden hebt kan een deurwaarder beslag doen op je loon. Dat betekent dat een deel van je loon naar je schuldeisers gaat. Je vakantiegeld valt hieronder en moet je dus ook (deels) overmaken naar de deurwaarder. Je hebt wel altijd recht op een beslagvrije voet, een minimumbedrag dat moet overblijven om in de basiskosten van het levensonderhoud te voorzien.