En we leefden nog...
ColumnAl meer dan een jaar staat ons sociale leven op een laag pitje. Of dat is althans voor de bühne zo. Want jij en ik weten dat er heus wel verjaardagen worden gevierd, net zoals er gezellige borreltjes bij de buren en etentjes met vrienden plaatsvinden. En dat is ook niet gek. Want sociaal contact geeft plezier aan ons bestaan en het gevoel dat we léven.
Daags na de versoepelingen voor winkels en terrassen besloot ik even de stad in te gaan. Let wel, we hebben het hier over een klein Zeeuws stadje, waar je niet direct in rijen van twintig man terecht komt om een winkel binnen te gaan. Dus dat leek me wel te kunnen. Ik parkeerde mijn auto iets verder uit het centrum, want het was lekker weer om te wandelen en vooruit, gratis parkeren is ook niet verkeerd. Onderweg kwam ik toeristen tegen die vrolijk kwebbelend met tasjes van de markt en andere winkels de stad weer verlieten. Een beeld dat ik een tijd niet had gezien. Er reed een fietser voorbij die zwaaide en mijn naam riep. “Ha Maris!”. Leuk, die had ik ook al even niet gezien. Verderop kwam er opnieuw een bekende voorbij en deze keer riep ik enthousiast haar naam. Ze groette me lachend en zwaaide vrolijk. Bij een van de winkels aaide een klein meisje een poes en begon tegen me te kletsen. “Jij hebt mooie oorbellen,” zei ze bewonderend en liet me op haar beurt trots haar zilveren ringetje zien. Ik deed mijn rondje langs de winkels, kocht een leuk t-shirt en lekkere snoepjes voor de kinderen. Dat ik telkens opnieuw liep te stoeien met dat kloterige mondkapje laat ik maar even buiten beschouwing. Onderweg naar de boekhandel kwam ik een vriendin met haar zoontje tegen en we maakten een praatje. Voor het eerst in lange tijd snuffelde ik uitgebreid in de boekwinkel rond en met een buit van drie boeken keerde ik huiswaarts. De zon scheen en mijn hart knalde zowat uit elkaar van geluk. Het lijkt erop dat we weer gaan leven.