Even wennen
ColumnHet is zover. De ex-genoot heeft een eigen huis gekocht. Afgelopen week kreeg hij bij de notaris de sleutels overhandigd en het klusfestijn is losgebarsten. We hebben er lang op moeten wachten, maar een nieuwe fase breekt aan.
Ruim een jaar (dik vijftien maanden) geleden hakten we de knoop door om uit elkaar te gaan. Daar schreef ik al eerder over. Het is me overigens opgevallen dat mijn dorpsgenoten toch minder roddelen dan ik dacht. Ook nu nog kom ik wel eens mensen tegen die niet op de hoogte blijken te zijn.
Zelfs de naaste buurman vroeg gisteren hoogst verbaasd aan ex of hij ging verhuizen toen deze allerlei spullen in de auto aan het laden was. Ja, we hebben het behoorlijk lang volgehouden om nog samen in een huis te wonen. Dat zag er voor de buitenwacht blijkbaar heel normaal uit. Maar er waren best veel mensen die er he-le-maal niks van begrepen, uit elkaar gaan en dan nog zo’n tijd samenleven. En ik kan je vertellen, als Corona je vervolgens dwingt allemaal thuis te werken en te leren, dan krijgt iedereen af en toe echt wel eens moordneigingen. Maar we hadden nu eenmaal onze zinnen gezet op een huis voor hem in het dorp. Zodat de verandering voor de kinderen zo klein mogelijk was. En ons geduld is beloond. Het nieuwe huis staat op twee minuten fietsen van dat van mij. School en het voetbalveld ertussenin. Dat scheelt een boel gedoe qua heen en weer slepen van hen. Het is fijn dat het zover is. We kunnen verder met het vormgeven van dit nieuwe leven. Er wordt momenteel druk gesloopt, geschilderd en gesopt. De kinderen vinden het huis gelukkig leuk en kijken uit naar hun eigen kamers bij papa. Toch zei de jongste aan het einde van de eerste klusdag: “Nu wil ik wel weer naar mijn eigen huis.” We moeten allemaal even wennen denk ik.
Mariska den Hartog