De vraag die ik niet wil beantwoorden: 'wat heb je er op straat aan?'
AlgemeenMet het zweet nog op het voorhoofd stond ik uit te hijgen. De zon brandde fel op het plein waar een paar matten lagen. Met vijf anderen had ik daar een demonstratie gegeven. Een man – kort geblondeerd stekelhaar en bomberjack – stelde die ene vraag die ik liefst nooit beantwoord. 'Mooie demo hoor, maar eh… wat heb je eraan op straat?'
Ik probeerde me er nog vanaf te maken met een grapje door te zeggen dat de demonstratie net op straat was gegeven. Hij kon er niet om lachen en wilde weten hoe ik me zou redden bij een 'echte aanval'. Natuurlijk lijkt het antwoord simpel want aikido, karate en judo zijn ontwikkeld door mensen die het 'echt gebruikten'. Bovendien wordt je sneller, soepeler en sterker door dag in dag uit je lichaam te trainen. Maar aikido, judo en karate zijn nooit bedoeld voor op straat. In Japan, waar veel vechtsporten zijn ontwikkeld, zal nooit iemand vragen wat je eraan hebt. Dat zou net zo gek zijn om die vraag aan een tennisser of voetballer te stellen: iedereen daar is ervan doordrongen dat je traint om jezelf te verbeteren.
Ik wist dat dit niet het antwoord was waar de man op wachtte want hij wilde actie. Ik besloot hem te geven wat hij wilde: 'Er is maar een manier om daar achter te komen. Val me maar aan.' Hij nam me van onder tot boven op, mompelde iets en maakte zich toen uit de voeten.