In de sport-light: Jim Besuijen van basketbalvereniging Sparta GO

Middelharnis- De kleine sportverenigingen zitten in roerig vaarwater. Zo heeft Sparta GO, de enige basketbalvereniging die Goeree-Overflakkee rijk is, de nodige moeite om het roer recht te houden. De 54-jarige Jim Besuijen speelt niet meer, maar is wel voorzitter van de club. “Het is allemaal wel dun maar het bestaansrecht is er nog.”

Besuijen ontdekte en beoefende het basketbal in Middelburg. In de jaren 80 switchte hij naar Middelharnis waar de sport nog niet in verenigingsverband bestond. Pas in 1992 zag Sparta GO, spelend in het blauw, het sportlicht in sporthal De Staver. “Als speler ben ik gestopt,” zegt hij. “Ik geniet van mijn basketbalpensioen, maar wedstrijden fluit ik nog wel en ben voorzitter van de vereniging. Eind jaren negentig hadden we een ledenbestand van 130. Nu hebben we ongeveer 30 leden die één senioren- en twee jeugdteams vormen.” 

Terugloop aantal leden

Tien jaar geleden moest Sparta GO uitwijken naar sporthal De Gooye in Dirksland en verloor daarbij nogal wat jeugdleden waarvan de ouders de afstand en het fietsen in het donker niet verantwoord vonden voor hun kinderen. “De eerlijkheid biedt te zeggen dat we er toen wel leden uit Dirksland en Stellendam voor terugkregen.” De terugloop van leden wil Besuijen ook niet ophangen aan de coronaperikelen die ons land nu al bijna twee jaar bezig houden. “Natuurlijk hadden we als binnensport er onder te lijden, want we mochten de hal niet meer in. Maar je zag, net als bij andere kleine verenigingen, dat de leden juist trouw zijn en blijven.” 

Positieve blik

Nee, hij ervaart ‘het klein zijn’ meer aan een kenmerk van het eiland. “De basketbalsport is in Nederland best groot en doet het als uiterlijk vertoon prima,” beschrijft de met zijn 1.95 meter ideale uitgemeten basketballer het contrast. “En toch lukt het hier niet om te groeien. We zouden het best willen, maar het zit er gewoon niet in. Je ziet dat als er een positieve beweging komt in het ledenaantal de volgende vraag zich al voordoet, namelijk of er wel voldoende kader is om training te geven en te coachen. Dat is erg lastig. Toch willen we er voor gaan en denken daarbij aan het weer oppakken van de basketbal-clinics op de scholen.” 

Door Gerard Vonk