Wat een feest
ColumnEr is één soort feestjes dat op dit moment wel mag en dat zijn natuurlijk de kinderfeestjes. Vaak een ultiem genot voor de jarige in kwestie. Voor de ouders niet altijd. Maar één tip: als het dan toch moet, besteed het vooral uit.
Bijna iedere jonge ouder gaat er de mist mee in: het eerste kinderfeestje van je kleine spruit. Je ziet het namelijk al helemaal voor je. Een groepje gezellige kleuters dat je bij jullie thuis uitnodigt voor een middag met taart, spelletjes en frietjes eten. Ze maken samen lol, voorzien de jarige van een cadeautje en aan het einde van de middag lever je ze moe maar voldaan met een zakje snoepjes weer bij hun ouders af. Ja, zo had ik ooit ook het eerste feestje van de oudste in gedachten. In werkelijkheid gaat zoiets anders. Na een wandeltocht van school naar huis waarbij je als een moedereend hard kwakend al je kuikens ter nauwer nood bij elkaar weet te houden, begint het handenwasfestijn. Een waterballet in de keuken en modderpootjes door het hele huis. Frietjes eten zonder bord, maar van een papieren tafelkleed met de klodders mayo ertussenin lijkt heel leuk. Is het ook voor de kinderen. Niet voor je vers gesausde muren achter de eettafel. Cadeautjes maken een boel goed, hoop je. Tot er ruzie ontstaat wie er als eerste zijn cadeau mag geven of wanneer de inhoud van de verpakking ietwat anders is dan de jarige hoopte. ‘Tsss…ik hou helemaal niet van auto’s/barbies/dino’s!’ En door met de spelletjes dan maar. Dat houden ze welgeteld een kleine twintig minuten vol. Niet de anderhalf uur die jij ervoor had ingepland. Ondertussen plast er eentje in zijn broek, krijgt iemand een bloedneus of zet er een het deurtje van het konijnenhok open. Geloof me, om vijf uur wenste je dat je ze gewoon bij Bollo de Beer in de knutselclub had gebracht. Volgend jaar beter.
Mariska den Hartog