Zielepoes
ColumnIk waarschuw maar alvast: het wordt een zielig stukje deze keer. Ik houd meer van vrolijk, maar ja, dat is het soms gewoon niet. Onze laatste poes is namelijk overleden. Op Hemelvaartsdag ook nog. Ja, hoor ik je denken, dat is toch al een maand geleden? Maar ik weet: dit verdrietje duurt nog wel even.
Ik ben niet van het soort mensen dat zijn huisdieren aankleedt en in karretjes rondrijdt. Toch hield ik van onze katten bijna net zoveel zoals van mijn kinderen. Uit een nestje van een collega haalden we een rood katerje en een lapjespoesje toen we gingen samenwonen. Bobby en Lexy. Wat heb ik ze vervloekt toen ze mijn gloednieuwe gordijnen als een soort spiderman beklommen. Na de verhuizing naar een benedenwoning stond ik vervolgens hele dagen voor het raam te kijken of ze niet onder een auto liepen. Die waren ze na drie jaar binnen wonen namelijk niet gewend. Met een hoogzwangere buik moest ik ze regelmatig uit bomen en van schuurdaken komen redden. Kinderen en katten groeiden met elkaar op en ze mochten bijna evenveel. Aan tafel eten, op de bank onder lekkere dekentjes liggen en om snoepjes bedelen. Twee jaar geleden overleefde Bobby een aanvaring met een buurhond niet. Allemachtig, wat hebben we daar een tijd slecht van geslapen. Maar zoiets gebeurt nu eenmaal. Lexy was er gelukkig nog. Echt een gekkie die op het raam klopte als ze naar binnen wilde en op mijn schouder zat als ik even naar de buren liep. Zoals veel katten kreeg ze het aan haar nieren, we merkten het helaas niet op tijd. Een pepmiddel bracht geen soelaas en de volgende ochtend trof ik haar kruipend door de kamer aan met een hangend kopje. Ze kon gewoon niet meer. Een paar uur later lieten we haar in haar mandje inslapen. Nu is het wel heel erg stil in huis. Gelukkig zijn er dan altijd nog kinderen die een stuk veerkrachtiger zijn dan ik: “Mam, wanneer nemen we een nieuwe poes?”