Miguel Santana en Roelien Pruisscher in gesprek.
Miguel Santana en Roelien Pruisscher in gesprek. Foto: eigen beeld.

'Autisme mag van mij nog veel zichtbaarder worden'

HEERENVEEN - Op 2 april is Wereld Autisme Dag, een dag waarop gepleit wordt voor meer zichtbaarheid voor autisme. In tegenstelling tot vroeger is autisme steeds zichtbaarder; in films, series, reality shows en op sociale media wordt er meer gepraat over deze informatieverwerkingsstoornis. Tegelijkertijd stijgt het aantal autisme diagnoses in Nederland. Zorgt die zichtbaarheid voor een toename in diagnoses?

Psychiater Miguel Santana en systeemtherapeut Roelien Pruisscher van GGZ Santana in Heerenveen denken van niet: "Ik denk niet dat mensen na aanleiding van één filmpje denken autisme te hebben. Vaak hadden mensen al een vermoeden dat er iets aan de hand was  en kan zo'n filmpje de aanleiding zijn om een diagnose en behandeling te zoeken. Het mooie van media is dat het een laagdrempelige manier is om aan informatie te komen," denkt Pruisscher. 

De gehele levenslijn

Haar collega is het daarmee eens: "Ik ben altijd heel blij als jongeren en volwassenen dankzij zo'n filmpje aan autisme denken. Bovendien krijg je ook niet zomaar een diagnose. Eerst wordt iemand door eerstelijnszorg naar ons doorverwezen en vervolgens gaan we dat samen netjes uitzoeken. Daarbij is belangrijk dat we naar de gehele levenslijn kijken." Santana en Pruisscher benadrukken dat het in de praktijk nauwelijks voorkomt dat iemand bij eerstelijnszorg aanklopt na het zien van een video: "Meestal zijn ze al ergens vastgelopen," vertelt Santana. "Het gaat niet goed op het werk, ze worstelen op het gebied van relaties of lopen vast tijdens een andere behandeling. Soms komt het voor dat ze op het spoor komen door iemand in hun omgeving waarbij ze dingen van zichzelf herkennen." Daar komt zichtbaarheid om de hoek kijken. Waar men vroeger zweeg over mentale gezondheid, is het nu minder taboe, merkt ook Pruisscher: "Mensen durven sneller hulp te zoeken." Wat dat betreft zijn Pruisscher en Santana het eens: hoe meer zichtbaarheid voor autisme, hoe beter het is voor mensen die het hebben. "Cliënten hebben vaak al een hele weg afgelegd voor ze bij ons terechtkomen. Ze hebben online al veel informatie gevonden. Tijdens onze behandelingen gaan we samen met de cliënt op zoek naar wat werkt." 

Santana ziet veel mensen die op zoek zijn gegaan naar iets dat hun klachten minder maakt: "Ik begin altijd met respect en begrip. Ik snap best dat ze op zoek zijn gegaan naar iets wat hen helpt met de spanning, zoals nicotine, alcohol of drugs. Vervolgens gaan we in gesprek met elkaar: Helpt het? Is het schadelijk? Zouden medicijnen, waarvan we de werking en bijwerkingen veel beter kennen, misschien beter helpen?" Ook Pruisscher is enthousiast dat mensen zich goed laten informeren op het internet: "Dan ontstaan er goede gesprekken. Het is een fijne manier van werken. Je behandelt de cliënt als een co-expert, zijn of haar mening en kennis tellen mee. Daardoor voelen ze zich meer deel van het proces."

Autisme is geen ziekte

Dat het aantal autisme diagnoses toeneemt is goed te verklaren, denkt Santana. Het taboe is minder geworden waardoor meer mensen hulp zoeken, 'zachtere' vormen van autisme worden beter herkend en ook vrouwen met autisme worden beter gediagnosticeerd. Bovendien is een diagnose veel meer dan een 'label', vinden Pruisscher en Santana: "Het gaat erom dat je kan uitleggen waarom iemand zo is. Het is een kapstok om iemand verder te helpen." Bovendien kan het mensen helpen om zichzelf beter te begrijpen: "Wij leren onze cliënten niet alleen wat hun valkuilen zijn en hoe ze hiermee om kunnen gaan, maar juist ook wat hen krachtig maakt. Autisme is namelijk geen ziekte. Het heeft ook kwaliteiten. Veel mensen kunnen hebben dankzij hun autisme een sterk gevoel van rechtvaardigheid en denken out-of-the-box."