Afbeelding
Foto: Rondom Vandaag (Jelmer Kampen)

De competitieve kant van midgetgolf

APPELSCHA - Wie aan midgetgolf of minigolf denkt, denkt waarschijnlijk aan het leuke spelletje wat je wel eens met familie en vrienden speelt, maar daarachter gaat een hele competitieve scene schuil. Hoewel de sport midgetgolf in Nederland nogal klein is, zijn de mensen die het spelen enorm competitief. Waar komt de liefde voor deze sport vandaan en waarom vinden ze de sport zo leuk? Rondom De Stellingwerven gaat langs bij Minigolfclub Appelscha, de grootste minigolfvereniging van Nederland, om antwoord te geven op die vraag. 

Op de vraag waarom minigolf zo leuk is, antwoordt Martine Rozeveld, één van de nieuwste leden: “Ik vind het heerlijk om hier te komen en mijn hoofd even helemaal leeg te maken na een drukke werkdag. Ik kwam hier via mijn vader terecht. Hij was ziek en begon meer te vertellen over de sport, dus toen dacht ik; dat wil ik ook eens gaan proberen. Het is hier natuurlijk wel een perfecte plek om tot rust te komen." Gaandeweg wordt ze steeds beter. Ze leert veel van ervaren spelers en merkt dat ze het ook interessant vindt.

Training

Hoeveel training er nodig is om echt goed te worden, verschilt per persoon. Na 50 jaar de sport te hebben beoefend, vindt wedstrijdleider van der Zee het prima. Hij minigolft nu alleen nog maar recreatief. Maar Tim de Boer, die als het grootste talent binnen de club wordt gezien, heeft van nature het minigolf al in hem zitten. Zoals veel leden, heeft hij het minigolfvirus van zijn vader geërfd. Inmiddels speelt hij op internationaal niveau en is Nederlands Kampioen geworden, terwijl hij nog maar zeventien jaar oud is.

Jan Egbert Hooijsma speelt in teamverband op banen door heel Nederland. Laatst had hij nog een wedstrijd in de buurt van Eindhoven, waar hij dan het hele weekend zit. Op zaterdag wordt er geoefend, iets wat Hooijsma stiekem misschien wel leuker vindt dan de wedstrijd zelf. "Ik kan voor mijn gevoel een baan heel goed uittrainen. Dan kijk ik welke bal het beste is voor een hole en vertel ik dat aan mijn teamgenoten. Als ik een fout maakt met een bepaalde bal, kunnen mijn teamgenoten kiezen voor een andere. Zo maak je elkaar beter en leer je van elkaars fouten."

Douwe van der Zee vat de sport samen: “Het minigolfen op de korte baan wordt vaak vergeleken met biljarten. Het kijken van, hoe moet ik een bal spelen, welke kant moet de bal op, waar moet de bal de band raken, dat speelt ook een rol. Welke bal je gebruikt, is ook belangrijk. De ene is wat zwaarder, de ander wat lichter, de ene is gladder, de andere stroever en de ene stuitert meer dan de ander. We hebben wel allemaal dezelfde stick, in tegenstelling tot het grote golf.” 

Vanaf het begin erbij

Douwe van der Zee is een echte minigolfveteraan. Hij speelt de sport al meer dan 50 jaar en heeft meegeholpen mee met de aanleg van de baan in Appelscha, die zijn vader destijds aanlegde. Hij is sinds de oprichting van de club al aanwezig. "Het is wel een heel bijzonder verhaal. In de Tweede Wereldoorlog hadden mijn ouders een evacué uit Den Haag. Mijn jongste zus werd na de oorlog door die evacuees uitgenodigd voor een vakantie. Zij heeft daar met deze mensen in Scheveningen minigolf gespeeld. Een tijdje daarna, toen zij met onze ouders langs Grolloo reden en een midgetgolfbaan zagen, zei ze: ‘Hey papa, dat heb ik in Den Haag gedaan, zullen wij het eens proberen?' Sindsdien zijn ze besmet met het virus, want toen gingen we met het hele gezin elke zondag midgetgolfen. Toen mijn vader vanwege hartklachten zijn winkel moest opgeven, is hij een midgetgolfbaan in Appelscha begonnen. Na veel belemmeringen om een geschikte plek te vinden, is het uiteindelijk gelukt en zijn we hier beland."