Afbeelding
Foto: Rolling Verlinde

Meld je nu alvast aan voor de Nationale Tuinvogeltelling op 28, 29 en 30 januari 2022!

Algemeen

De winter kan voor onze tuinvogels een pittige tijd zijn. Veel mensen proberen ze dan ook een handje te helpen door ze bij te voeren. Om te weten te komen hoe vogels in de winter onze tuinen gebruiken, wordt de Nationale Tuinvogeltelling georganiseerd. 

De Nationale Tuinvogeltelling wordt sinds 2001 georganiseerd door Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Het is het grootste citizen science project van Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. Deze telling wordt gecombineerd met andere tellingen. Zo zien we hoe de vogels in onze tuinen zich ontwikkelen. Doordat we meer weten over hoe de vogels onze tuin in de winter gebruiken, kunnen we ze beter helpen en beschermen.

Tuinvogels tellen in drie stappen:

Stap 1

Tel op vrijdag 28, zaterdag 29 of zondag 30 januari 2022 één keer een half uur de vogels in je tuin of op uw balkon. Vliegen de vogels alleen maar over de tuin heen? Die tellen niet mee. Scholen, kinderboerderijen en andere groepen kunnen eventueel al van tevoren tellen op een moment dat het hun schikt.

Stap 2

Noteer alle waarnemingen van een soort in je tuin of op je balkon. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan loop je het risico dezelfde vogel dubbel te tellen. Geef alleen het hoogste aantal door van een soort die je tegelijk hebt gezien. Dus: zie je in jouw tel-halfuur 3 koolmezen tegelijk en even later 5 koolmezen? Dan geef je door: 5 koolmezen. Teltip: zitten er veel vogels tegelijk op de voederplank of silo? Maak een foto met je telefoon, dan kun je na het half uurtje tellen rustig controleren hoeveel vogels je zag.

Stap 3

Je geeft jouw telling op vrijdag 28, zaterdag 29 of zondag 30 januari 2022 gemakkelijk door via de web-app mijntuinvogeltelling.nl. Het telformulier staat dan voor je klaar. Vul je telling uiterlijk maandagochtend 31 januari in vóór 12 uur.

Bonte specht gaat goed

De top 10 van de tuinvogeltelling verschuift door de jaren heen. Met sommige vogels gaat het goed, met andere minder. Met de grote bonte spechten gaat het bijvoorbeeld goed in ons land. Dat zien we terug in de Tuinvogeltelling. In de voorafgaande jaren werd de grote bonte specht vooral in tuinen geteld tijdens strenge winters (als ze naar tuinen gedreven werden door honger). De laatste paar winters werden ieder jaar meer grote bonte spechten geteld tijdens de Tuinvogeltelling.

Minder merels geteld

Merels werden tot 2017 in de meeste tuinen waargenomen. Vanaf 2018 niet meer. In dat jaar kelderde de merel voor het eerst sinds de start van de Tuinvogeltelling uit de top-3 en kwam hij op nummer 5 terecht. Dat komt vermoedelijk deels door klimaatverandering en deels door het usutu-virus. Doordat onze winters langzaam zachter worden, hebben merels uit Noordwest-Europa de laatste jaren waarschijnlijk wat minder behoefte om naar het zuiden te trekken. Het usutu-virus waart sinds 2016 rond. Desondanks is de merel nog steeds de meest talrijke broedvogel van Nederland en de merel krabbelde in 2021 weer op en stond op plek 2.

Koolmees op  nummer 1

In 2021 werd de koolmees in de meeste tuinen geteld, gevolgd door de merel en de roodborst. De merel wordt niet alleen in minder tuinen geteld, maar ook het aantal merels per tuin is minder in vergelijking met voorgaande jaren. Sinds het begin van de Tuinvogeltelling is het aantal merels per tuin minder geworden: in 2008 werden er nog 3,7 merels gemiddeld per tuin geteld. In 2018 waren dat er nog maar 2 per tuin. Op de website van de vogelbescherming kun je per soort zien in hoeveel procent van de tuinen de soort gezien wordt en wat de gemiddelde groepsgrootte is. www.vogelbescherming.nl Je kunt je hier ook al aanmelden voor de tuinvogeltelling. 

Afbeelding