Afbeelding

Bespottelijk

Column

Het is zover hoor, eindelijk ben ik 40 geworden. Ik heb er wel eens eerder over geschreven. Dat je er allemaal niks van voelt en zo. Maar ergens verandert er toch langzamerhand iets.

Dat mensen u en mevrouw tegen me zeggen, daar ben ik inmiddels aan gewend. Dat je wat meer gebreken krijgt en je langer nodig hebt om te herstellen na een feestje, vind ik wat minder. En daar wil ik eigenlijk ook niet aan wennen. Al hoort het er eenmaal bij. Waar ik me vooral over verbaas, is dat ik echt een beetje anders in het leven ben gaan staan. Ik weet wat ik wel en niet kan en wat ik wel en niet wil. En ik durf dat doorgaans ook hardop te zeggen. Ik ben voor niemand bang. Hooguit een beetje onder de indruk. Ik vind nu andere dingen belangrijk en ik vind ook dingen leuk waarvan ik nooit had gedacht ze leuk te vinden. Als je ouder wordt, krijg je gewoon meer oog voor andere dingen, zoals de natuur. Geloof het of niet, maar ik vind het de ultieme zondagmiddagbesteding om mijn wandelschoenen aan te trekken en een paar uur buiten in een natuurgebied rond te banjeren. Rugzak en verrekijker mee en de zintuigen op scherp. Moeiteloos spot ik herten en reeën in een dicht bos en ik weet de roep van een buizerd of een specht prima te plaatsen. Ik kan opgetogen raken van een bijzonder bloemetje of een enorme heide vol paarse gloed. En een meertje vol vogels ontdekken dat je vanachter een vogelkijkscherm gade kunt slaan, vind ik zowat het einde. De kinderen weten dat alleen nog niet zo te waarderen. Toen ik tijdens een wandeling in het bos voor de zoveelste keer riep tegen de jongste dat ik een hert zag, kreeg ik een sneer terug: “Donder nou maar op met je herten, ik heb er nu wel genoeg gezien.” We zitten nog niet echt op één lijn. Maar ja, hij is dan ook nog lang geen 40.