Het Bijenhuisje is te vinden bij het Transferium
Het Bijenhuisje is te vinden bij het Transferium Foto: Anneke Flikweert

Welkom in het huisje van de honingbij!

Algemeen

Renesse - Vanaf het Transferium zie je de blokhut waarin het Bijenhuisje van Imkervereniging Schouwen-Duiveland gevestigd is, al staan. En eigenlijk bevindt het échte Bijenhuisje zich ín het Bijenhuisje: binnenin zijn namelijk twee glazen observatiekasten gemaakt, waarin het gonst van de bedrijvigheid. 

Zo krijgen bezoekers van drie kanten een inkijkje in het huis van de honingbij. De vierde kant is buiten te zien: daar zie je hoe de bijen af- en aanvliegen. Op het oosten, want daar hebben ze alleen ochtendzon. Tot en met 5 september is het Bijenhuisje elke woensdag- en zaterdagmiddag gratis te bezoeken tussen 13.00 uur en 15.00 uur: leuk voor groot en klein. 

Biodiversiteit

Plaatselijke imkers geven tekst en uitleg. Henk Verhage en Wim Bil zijn twee van die enthousiastelingen. “Bijen zijn zó belangrijk voor de biodiversiteit,” vertellen ze. “Honingbijen, maar ook wilde bijen. Eigenlijk alle kriebelbeesten. 65% van de insectenwereld is al verdwenen: onderdeel van de voedselketen. Vergelijk het met een gebouw: als je één steen weghaalt heeft dat gevolgen voor de rest.” De bijenhouderij heeft een lange geschiedenis; bijen werden gehouden in buizen van klei, holle bomen, bijenkorven en ze zitten ook graag in schoorstenen. Imkers hebben hun volk natuurlijk het liefst in hun eigen bijenkasten. Soms gaan bijenvolken er vandoor om samen een nieuw volk te vormen. Een plaatselijke imker kan de zwerm dan vangen.

Knokken in de kast

Bijen communiceren door geluidspulsen, maar ook door ‘achtjes’ te dansen en zo duidelijk te maken waar er voedsel te vinden is. Soms is het ook knokken in de kast. “Darren maken het meeste lawaai,” vertelt Wim Bil. “Het zijn lomperiken en eigenlijk zijn ze maar heel even nodig: om de koningin te bevruchten. Daarna sterven ze.” Een volk bestaat grotendeels uit werksters: onvruchtbare vrouwelijke bijen die al het werk doen. Het volk in het Bijenhuisje bestaat uit zo’n 50.000 bijen. De koningin herken je aan witte stippen op haar vleugels. De imkers vinden het heerlijk om naar hun bijenvolk te kijken. Soms zijn ze druk, dan weer rustig. “Het is net zoiets als in de vlammen van een kampvuur staren.” 

Schouwse honing

Een meisje van 8 vertrekt opgewekt met een hele stapel folders; ze heeft hét onderwerp voor haar spreekbeurt gevonden. “Wil je zelf imker worden?” vraagt Wim Bil aan haar vader. “Het is een mooie hobby hoor.” En natuurlijk is er ook Schouwse honing te koop: dát is pas eens een leuk souvenir.

Door Anneke Flikweert