Afbeelding
Foto: Privébezit

De sporter en zijn club

Elise Benard (36) uit Bruinisse speelt tennis bij Bru Tén. In deze tijd heeft ze meer toernooien gespeeld dan competitiewedstrijden. Haar voorkeur ligt bij het dubbelen. Ze prijst de saamhorigheid op de vereniging en kan niet wachten tot alles weer kan. “Voorheen gingen we met familie en vrienden soms een hele middag naar de tennis. Balletje slaan combineren met eten en drinken.”

Elise Benard is een echte Bruënaar. Nooit elders gewoond. Wel een keer op het dorp verhuisd. Haar man Kees tennist langer dan dat zijzelf doet. Samen hebben ze twee zoontjes: Mees (10) en Tom (8). Elise begon met tennissen zo’n vier jaar geleden. “Dat was op het Oestertoernooi. Samen met een vriendin ging ik eens kijken of het wat was." Na dat eerste toernooi werd Elise niet direct lid. Het duurde nog een paar jaar voordat ze met zes vriendinnen toehapte bij een lessenaanbieding van de vereniging. Pas begin 2020 werd ze lid en was het de bedoeling om competitie te gaan spelen. Door corona bleef het aantal gespeelde competitiewedstrijden beperkt. “Ik houd meer van dubbelen dan van enkelspel. Maar omdat dat lang niet kon, en enkelen al wel eerder, ben ik ook dat gaan doen. Je moet toch kijken of je het niet verleerd ben. Nu kan het dubbelen onderling ook weer.”

Betrokkenheid

De betrokkenheid is erg hoog bij Bru Tén, valt Elise op. “Als ik dan op zondag een competitiewedstrijd speelde, kwamen er gewoon speciaal mensen naar de vereniging toe om ons te zien spelen. Gaven ze zittend langs de lijn ook tips. Dat ik bijvoorbeeld bij het serveren van mijn teamgenoot niet achterom moest kijken. Bij toernooien blijft ook iedereen elkaar positief coachen. Elkaar complimentjes geven. Goede forehand. Zo, jij kunt hard lopen. En op Bru kennen we elkaar natuurlijk goed. Gaan we eerst even indrinken en dan sportief aan de slag.”

Vreugd

In deze tijd zijn vooral sportverenigingen locaties waar de sociale samenhang sterk is. “Met mijn tennisvriendinnen proberen we er altijd nog wat van te maken. Bij onderlinge wedstrijdjes komen anderen dan weer broodjes en soep brengen. Wat mij betreft is het ook altijd: hoe meer zielen, hoe meer vreugd.”

Door: Gerrit van Loon