Nooit ziek

Moeders kunnen niet ziek zijn. Ja, letterlijk wel natuurlijk. Maar voor moeders komt het eigenlijk gewoon nooit uit om een paar dagen uit de running te zijn. 

We zouden het bijna vergeten; griep, verkoudheid, buikgriep, het bestaat allemaal nog. En een tijdje geleden kreeg ik de indruk dat ik aan de beurt was. Nou zijn de keren dat ik de afgelopen jaren ziek was op één hand te tellen. Ik vermoed dat ik een enorm goede weerstand heb. Ze kunnen hier in huis nog zo hard lopen te hoesten, proesten of overgeven, doorgaans blijf ik ongedeerd. Wel zo handig natuurlijk, want iemand moet voor die arme zielen zorgen op zo’n moment. Ziek zijn, daar heb ik gewoon geen tijd voor. En voel ik een keer wat opkomen, dan gaat er een extra dosis vitamine C tegenaan, slik ik wat keelpastilles met codeïne en kruip ik vroeg onder de wol. Helaas helpt dat niet altijd. Dus dan ben je toch een keer de klos. Flinke spierpijn, hoofdpijn, snotteren, algehele malaise. Het leek of mijn hoofd en lijf los van elkaar functioneerden. Ik sleepte mezelf door de dagen. Blij als het gelukt was de kinderen naar school te krijgen en ’s avonds iets eetbaars op tafel te toveren. Werken deed ik op de bank met een dekentje en hittepit binnen handbereik. Die krant moet uiteindelijk gewoon naar de drukker. En anders blijft de bankrekening ook akelig leeg. Ik hield me aardig goed, maar liep vast wel wat te zuchten en te steunen. Ik plofte naast de jongste op de bank. Die keek me vanachter zijn Nintendo Switch vol medeleven aan. “Het is zeker wel zwaar he, om een moeder te zijn?” "Nou, een moeder zijn, valt wel mee," zei ik tegen hem. "Ziek zijn kan ik ook wel aan. Maar een moeder zijn én ziek zijn, da’s pas zwaar." Hij knikte instemmend. Ik pakte mijn hittepit en laptop er maar weer bij.