Afbeelding
Mariska den Hartog

Een toontje lager

Column

Het is mijn droom en nachtmerrie tegelijkertijd: zingen voor een groot publiek. In zo’n glitterjurk à la Adele, met een live band en een publiek dat bewonderend zijn adem inhoudt of compleet uit zijn dak gaat. Het lijkt me een fantastische kick. Maar ook doodeng.

Denk aan die grote concerten van Queen en Robbie Williams. (Of aan The Beatles en Billie Eilish als je niet van mijn generatie bent) Dat moet te gek zijn. Maar anderzijds ook ongezond. Als mens zo geadoreerd worden door heeeel veel andere mensen, dat kan niet goed zijn voor je. Dat bewijst menig documentaire over artiesten en de hoge prijs die zij betaalden voor hun roem wel. Maar ja, als je een geweldig talent hebt, dan is het ook weer mooi als veel mensen daar van genieten en kracht uit putten. Ik houd zelf ontzettend veel van muziek. En van zingen. Voor iedere mood is er wel een liedje. Ik heb daarom bijna altijd wel muziek aan staan. Zelfs als ik aan het schrijven ben. Soms raak ik even iets te veel afgeleid. Dan zing en dans ik vol overgave een nummer mee waarbij ik mezelf in die glitterjurk zie staan of een strak dansje zoals Beyoncé zie doen. Als dan de postbode aanbelt of de telefoon gaat, word ik eraan herinnerd dat ik niet in de Ziggodome sta, maar gewoon aan het aanrecht van mijn keuken. Ja, buren dat is er dus aan de hand wanneer je me met die koptelefoon op door het huis heen ziet schuiven. Jaren geleden heb ik een tijdje zangles gehad. En ook heb ik een paar pogingen gedaan om met een bandje te spelen. Maar het bleek lastig om dat bij elkaar te houden. Nu zing ik dus vooral tijdens het douchen, klussen, autorijden, tuinieren, in mijn werkkamer en een enkele keer in de kroeg of met een dorpsfeestje. En dat heeft ook wel weer zijn charme. Bovendien, als ik alleen nog maar in grote zalen zou zingen, wie moet er dan de buren vermaken?