Volkstuinen in Dirksland 'hotter' dan ooit
Dirksland - Nederland verandert. Gezonde voeding en groen staan hoog op de agenda. Het heeft de vraag naar volkstuinen doen groeien. Het eeuwenoude fenomeen is aan een fraaie revival bezig. De dorpen op Goeree-Overflakkee tellen vele complexen en omarmen de belangstelling.
Zo is volkstuinvereniging Klein Grond Bezit in Dirksland springlevend. Zij beheert 120 percelen, verdeeld over drie complexen. Alle tuinen zijn verhuurd. “Er is zelfs een wachtlijst,’’ weet tuinier Peter Jelier. “Voor corona hadden we er nog vijftien in de aanbieding, nu niet meer. Het is wat bezetting betreft altijd al een golfbeweging geweest. Er was zelfs een moment dat we overwogen een deel van het complex in de verkoop te doen. De grond op Goeree-Overflakkee behoort tot de duurste in Nederland. Nu zijn we blij dat we dit niet gedaan hebben.” Het valt Jelier op dat steeds meer vrouwen de weg naar het volkstuinencomplex weten te vinden.
Onbespoten
Op het complex is diversiteit een groot goed. Van het verbouwen van groente en fruit, het kweken van bloemen tot aan het houden van kleinvee. De onbespoten aardappel heeft er een prominente plek veroverd. “Wij poten de rassen Twinner, Sevilla en Carolus en bespuiten deze niet,” verhaalt Jelier trots. “De boer teelt deze niet, omdat Nederland er nog niet klaar voor is en nog vaak op zeker voor het bintje en de eigenheimer gaat. Wij hanteren de stelling ‘wat je niet spuit, eet je ook niet op’.” De ervaring leert dat een starter op de tuin begint met het verbouwen van relatief eenvoudige producten als sla, aardbei, prei en ui. ”Als het bevalt zie je dat de vraag naar een groter stuk grond snel volgt.” Bij de ervaren tuinders is een vorm van competitie niet vreemd: wie heeft er dit seizoen de grootste bloemkool of tomaat?
Jubileum vereniging
Jelier heeft het speldje ‘25 jaar lid’ al in de pocket. “Ik werk nog, maar toch ben ik zeven dagen in de week op de tuin. Ben ik niet aan het tuinieren, dan wel een praatje aan het maken, want dat is ook belangrijk.’’ Dit jaar bestaat de vereniging 100 jaar. De bedoeling is dat het feest in het najaar plaatsvindt, uitgesmeerd over twee dagen. Voor Jelier zal het hoogtepunt de presentatie van een film zijn die hij met zijn dochter maakte. “We hebben een seizoen lang het tuinieren gevolgd, van het bouwrijp maken van de grond, het zaaien en oogsten van aardappelen en het bakken van patat.’’
Door Gerard Vonk