Afbeelding
Foto: Pixabay

Casemanager dementie Roelof over de stap naar een woonzorglocatie: “Familie is ontzettend belangrijk”

Gezondheid

DRACHTEN -  We worden steeds ouder en wonen langer thuis. Dat is hartstikke goed, maar soms kan het niet anders en moet een oudere verhuizen naar een woonzorglocatie. Een moeilijke stap, voor zowel de oudere, als voor de familie. Roelof van Kammen is specialistisch casemanager dementie bij Meriant en begeleidt veel patiënten en families in deze periode: “De familie is een belangrijke schakel.”

In Nederland willen we graag dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, vertelt Roelof. “Daar zit natuurlijk een financiële reden achter, maar ik denk persoonlijk dat dit voor ouderen ook het beste is. Ouderen, zeker mensen die dementie hebben, hechten veel waarde aan hun thuis. Een nieuwe omgeving, nieuwe spullen, nieuwe buren en nieuwe mensen over de vloer, dat zorgt voor onrust.” 

Als casemanager kijkt Roelof dan ook vaak naar de mogelijkheden om thuis te blijven wonen. “We doen er alles aan om iemand zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te laten blijven.” De familie is daarin een belangrijke schakel. “Hun inzet maakt het vaak mogelijk om langer thuis te blijven wonen.” Ondanks het harde werk van de familie komt er, voor mensen met dementie, meestal een moment dat thuis wonen écht niet langer mogelijk is. Ze voelen zich niet meer veilig thuis of de familie en casemanager schatten in dat het niet langer veilig is, omdat de patiënt bijvoorbeeld gaat dwalen. 

Hoe de patiënt daarop reageert verschilt, vertelt Roelof. De één vindt het zelf een fijne gedachte, de andere is juist erg argwanend en wil het helemaal niet. In de ergste gevallen is een verplichte opname noodzakelijk. “Dat wil ik het liefste voorkomen, want dat is voor alle betrokkenen niet fijn. In de vier jaar dat ik dit werk doe, heb ik dat gelukkig maar één keer meegemaakt.”

Het gevoel van falen

Niet alleen de oudere zelf heeft soms moeite met de stap naar een woonzorglocatie, ook de familie heeft het vaak lastig. “Ze krijgen soms het gevoel dat ze gefaald hebben. Ze denken; onze ouders hebben altijd zo goed voor ons gezorgd, hebben we wel goed genoeg voor hun gezorgd, kunnen we het echt niet langer volhouden. Maar vaak hebben ze alles al gedaan en is de stap echt niet langer te voorkomen.” Roelof luistert naar de zorgen van de familie, maar probeert ze ook uit te leggen waarom dit de enige juiste oplossing is. “Dan probeer ik ze duidelijk te maken dat de veiligheid in het geding is.” Maar ook gevoelsmatig probeert Roelof de stap zo goed mogelijk te verklaren. “Als je dementie hebt, ga je eigenlijk terug naar de staat zoals je bent gekomen, zoals je was als kind. Kinderen hebben continue geborgenheid en bescherming nodig en dat geldt ook voor mensen met dementie. Als familie kun je dat gewoon niet 24/7 bieden.”

Als de beslissing is genomen, gaat Roelof samen met de patiënt en de familie op zoek naar een geschikte woonplek. “Er zijn veel bijzondere initiatieven in de buurt, zoals een herbergier of Dagelijks Leven, of één van de kleinschalige woonzorglocaties van Meriant. Die zorg gun je bijna iedereen, maar is niet voor elk persoon weggelegd. Sommige mensen hebben een plek nodig waar de deuren bijvoorbeeld op slot gedaan kunnen worden. We kijken naar wat iemand zelf wil, maar ook wat iemand nodig heeft.”

Wat volgens Roelof belangrijk is, is dat de nieuwe plek zoveel mogelijk ‘voelt’ zoals thuis. “Familiefoto’s, een meubelstuk waaraan iemand gewend is, vaste gewoontes die worden doorgezet, dat is heel goed voor iemand met dementie.” De familie speelt een andere, maar nog steeds cruciale rol in het leven van hun ouders. “Je moet het met z’n allen doen.”