Melissa Wijnja is journalist bij RondOm Vandaag. In haar columns schrijft ze over dingen die haar opvallen of raken. Ze zet u graag even aan het denken.
Melissa Wijnja is journalist bij RondOm Vandaag. In haar columns schrijft ze over dingen die haar opvallen of raken. Ze zet u graag even aan het denken.

Ik was getuige van een 'cringe attack' in the making

Ken je dat gevoel; je ligt in bed, valt bijna in slaap en opeens, PATS BOEM, moet je denken aan een ongemakkelijk moment zeventien jaar geleden. Engelse millenials hebben er een speciale naam voor bedacht: een cringe attack, een plotselinge aanval die je doet 'cringen', in elkaar krimpen, van schaamte. Je hart begint sneller te kloppen, het angstzweet loopt over je rug en je kan alleen maar denken: "Waarom deed ik in hemelsnaam zo dom."

Ik dacht altijd dat ik de enige was die last had van deze cringe-attacks, maar blijkt dat iedereen dat wel eens heeft. Wat een opluchting! Blijkbaar zijn we als mens heel goed in het onthouden van pijnlijke momenten. Die ene keer dat je een blauwtje liep in de bar, dat je onhandig reageerde op het verdriet van een vriendin of een pijnlijke opmerking maakt die je eigenlijk bedoeld had als grapje. Zelfs op het moment van schrijven lopen de rillingen over mijn lijf, een ongemakkelijk moment speelt zich weer af in mijn hoofd, een cringe-attack, help! In mijn columns ben ik altijd open, maar de onderwerpen van mijn grootste cringe-momenten, die zal ik nooit aan iemand verklappen. Ze wonen in het diepste van mijn ziel en sluimeren daar, klaar om naar boven te komen drijven op een onbewaakt moment en mij te teisteren met schaamte. 

Laatst was ik, voor het eerst, aanwezig bij het ontstaan van zo'n pijnlijke herinnering. Een cringe attack in the making. Gelukkig was ik dit keer niet het slachtoffer, maar een prepuberaal meisje van een jaar of tien. Ze maakte, samen met haar gezin, deel uit van de groep waarmee ik de zoutmijnen van Salzburg ging ontdekken. Laat ik even de situatie schetsen. We staan letterlijk in het midden van een berg. Een treintje heeft ons net minutenlang voortgetrokken door een donkere mijngang. Een gids staat op het punt om ons te vertellen hoe diep we in de berg zitten. Bijna meteen wordt hij onderbroken door een moeder, die wildzwaaiend en hard schreeuwend vraagt of er ook een mogelijkheid is om terug te gaan. Waarom, was de logische vraag van de gids. Haar antwoord, terwijl ze heftig gebaarde naar haar tienjarige dochter, was dat haar kind moest poepen. Haar arme dochter verschiet van kleur terwijl haar moeder nogmaals even bevestigde, zo duidelijk articulerend dat zelfs wij het Duits begrepen, dat haar dochter écht moest poepen. Het kind barst in tranen uit en blijft, samen met haar assertieve moeder, achter om te worden opgehaald door een andere gids.

Au, ik krijg bijna een plaatsvervangende cringe-attack van dit voorval. Ik moet nog vaak aan dat meisje denken en vraag mij af: hoe vaak ligt zij in bed met hartkloppingen en angstzweet? Hoe vaak heeft zij hiervan een cringe-attack?