“Je moet nu extra creatief zijn”
LEEUWARDEN - Online lesgeven is inmiddels aardig ingeburgerd op middelbare scholen en iedereen weet zijn weg wel te vinden in bijvoorbeeld Microsoft Teams. Maar hoe doen de gymdocenten dat eigenlijk? Apenkooien achter de laptop? “Helaas niet,” lacht docent lichamelijke opvoeding Dies Snoodijk. “Maar we worden steeds creatiever in het bedenken van goede lessen op afstand.”
Snoodijk en zijn collega’s krijgen regelmatig de vraag wat ze nu doen tijdens de corona-lockdown. Soms goed bedoeld, maar vaak genoeg smalend aangevuld met suggestieve opmerkingen over uitslapen, chillen en lekker Netflixen op de bank. “Zelfs vrienden en familie stellen ons die vraag”, erkent de gymdocent uit Leeuwarden. “Ze willen weten of het nut heeft dat gym nog steeds ingeroosterd wordt, omdat we niet meer bij elkaar kunnen komen om les te geven.”
Een vraag die de vaksectie lichamelijke opvoeding van CSG Anna Maria van Schurman (AMS) uit Franeker zich ook heeft gesteld. “Het is onze belangrijkste taak om ervoor te zorgen dat de leerlingen in beweging komen. Maar hoe doe je dat vanachter de laptop? Hoe spreek je ze aan?” Volgens Snoodijk is er altijd een groep kinderen bij die je niet hoeft te motiveren en vanuit zichzelf actief zijn, maar er is ook steevast een groep jeugd die zonder ondersteuning van een docent of een ouder, niet beweegt. “Tegenwoordig brengen ze enorm veel tijd achter een scherm door, hoe haal je ze daar achter vandaan?”
Dat doet de vaksectie door ze allerlei challenges aan te bieden, die online op elk moment voor de leerlingen beschikbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan de Sally-Up- challenge, waarbij je op het nummer Flower van Moby een combinatie doet van planken en push-ups en spierpijn gegarandeerd is. “Daarnaast heeft iedereen in onze vakgroep zijn eigen specialiteit. Zo kan een vrouwelijke collega ontzettend goed een bal hoog houden, dat filmen we en vragen we de leerlingen na te doen.” Ook worden de leerlingen gevraagd via de app Strava hun sportprestaties bij te houden.
Het klinkt allemaal gezellig, laagdrempelig en ontspannen en dat is ook de bedoeling, zo benadrukt de gymleraar, die tevens mentor is. “Het gaat erom om jongeren bij elkaar te brengen. Door de lockdown en de avondklok is er geen structuur meer en missen ze hun sociale contacten. Dat raakt ze en zorgt voor stress en somberheid. En het is aan ons die groep te benaderen die wat extra hulp en ontspanning nodig heeft.” Als docenten LO gaan ze heel bewust het gesprek aan om te vragen hoe het met ze gaat. Niet alleen om ze te motiveren om te bewegen, maar juist om dat contact te behouden en ze een klankbord te bieden. Dus wordt het eerste kwartier klassikaal lesgegeven om vervolgens in kleine groepjes van twee, drie leerlingen te bespreken waar ze tegenaan lopen. “Het is niet zo dat we proberen op de stoel van de psycholoog plaats te nemen, maar als mentor heb je een andere rol en kun je de jongens en meisjes wel bereiken. Want er zijn helaas ook gevallen bij waarbij thuis de spanning zo hoog is opgelopen dat ze daar niet terecht kunnen. Als ze jou voldoende vertrouwen om hun verhaal te doen, is dat een groot compliment.”
Na al die weken thuis begint Snoodijk zijn leerlingen echt te missen. "Het zal voor iedereen fijn zijn als de middelbare scholen straks ook open kunnen. Die kinderen hebben er echt weer zin in. Tot die tijd proberen we ze zo goed mogelijk te helpen. Het zou dan ook fijn zijn dat mensen weten dat er veel meer werk in zit, in wat wij als gymdocenten doen. Dat het echt niet alleen maar gezellige kletspraat is, maar dat we achter de schermen juist klaar staan voor de kinderen en ze met alles proberen te helpen.”