Lang zal ze leven

Volgende week ben ik jarig. Ik ben niet van de uitbundige verjaardagsfeesten, maar mag het toch graag vieren met veel taart en mijn geliefden om me heen. Dat er een jaartje op de teller bijkomt, vind ik geen probleem. Niet omdat ik geen moeite heb met ouder worden. Maar omdat ik steeds meer dingen weet.

Tot halverwege je twintiger jaren kun je niet wachten tot je weer een jaar ouder bent. Weer een stapje dichter bij volwassenheid en de bijbehorende privileges: rijbewijs halen, alcohol drinken en stemmen. (niet in die volgorde overigens, dat loopt niet goed af) Wanneer je dan richting de dertig gaat, wordt het wat minder. Het leven wordt serieuzer en de mogelijkheden zijn niet meer onbeperkt. De wereld die eerst aan je voeten lag is nu soms een aardig struikelblok geworden. Met geld, werk, relaties, kinderen en dromen die bij dromen blijven. Wat betreft je gestel treedt het verval na je vijfendertigste ook een beetje in. Je krijgt van die kleine kwaaltjes, rimpels, een paar grijze haren en de boel gaat hangen. En dan gaan ze je ook nog aanspreken met mevrouw. Het idee dat je ergens tussen je veertigste en vijftigste levensjaar waarschijnlijk op de helft bent, is al evenmin erg opbeurend. Ik heb daardoor altijd een beetje haast in het leven. Stel je voor dat je dingen om een of andere reden niet meer meemaakt. Kun je ze beter maar zo snel mogelijk doen. Maar het positieve van ouder worden is in mijn ogen dat je meer weet en daardoor zekerder door het leven gaat. Je weet steeds beter wat je wel en niet goed kunt en wat je wel of niet wilt. Wat anderen van je vinden doet er ook steeds minder toe en daardoor durf ik duidelijker voor mijn mening uit te komen. Uiteraard altijd met respect voor een ander. Want respectvol omgaan met elkaar, daar zit geen leeftijdsgrens aan.