Een Keti Koti viering - Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay
Een Keti Koti viering - Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay

Keti Koti; een feest van vrijheid, maar wel in gebondenheid

LEEUWARDEN - Veel Friezen zullen het niet weten, maar op 1 juli vieren veel Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders Keti Koti. Keti Koti, ook wel Emancipatiedag genoemd, is een feest waarbij men de vrijheid viert en elkaar kan ontmoeten en samen kunnen feesten, eten en bijpraten. Jaarlijks wordt Keti Koti in alle grote steden waar veel Surinamers en Antillianen wonen uitgebreid gevierd. Vorige eeuw werd ook in onze Friese hoofdstad een feestje gebouwd om de afschaffing van de slavernij te vieren. Leeuwarder Garley Katoen zat in een belangenorganisatie en zodoende hielp hij met het organiseren van Keti Koti in Leeuwarden. Daarnaast is hij ook geregeld te vinden op Keti Koti in Amsterdam

Wat is Keti Koti?

Keti Koti is een Surinaams/Sranantongo woord wat ‘verbroken ketenen’ betekent. Tijdens dit feest, wat traditioneel gezien altijd op 1 juli gevierd wordt herdenkt en viert men de afschaffing van de slavernij. Meer dan 150 jaar geleden, op 1 juli 1863, nam de Nederlandse overheid de Emancipatiewet aan en schafte toen voorgoed de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Keti Koti is in Suriname een nationale feestdag dat uitgebreid gevierd wordt. Daar staat het feest bekend als de Dag de Vrijheden, maar wordt in de volksmond vooral Kettingsnijden genoemd.

Net als in Nederland is er voorgaand van deze ‘bevrijdingsdag’ een dag van herdenken en rouw. Op 30 juni wordt een herdenkingsdienst georganiseerd bij het Nationaal Slavernijmonument. Dan wordt er stilgestaan bij de bevrijding van de 33.000 slaven die dwangarbeid verrichten op de Surinaamse plantages en de 12.000 die dat op de Nederlandse Antillen deden. De dag erna, op Keti Koti, wordt de verkregen vrijheid uitbundig gevierd.

Garley Katoen is een Surinaamse Leeuwarder en ondernemer in de kaasexport. In de jaren ‘80 en ‘90 was hij lid van een belangenorganisatie voor Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders en organiseerde in die rol meerdere keren Keti Koti in onze hoofdstad. Momenteel wordt er echter weinig meer georganiseerd in onze omgeving: “In Friesland zijn steeds minder Surinamers. Zij zijn begin deze eeuw vertrokken naar het Westen, naar Amsterdam, Den Haag, Utrecht.”

Een feest van vrijheid en verbroedering

In Amsterdam speelt Keti Koti veel meer. Daar wordt al jaren een groots feest georganiseerd in het Oosterpark. Duizenden Surinamers, Antillianen en Nederlanders weten dat feest inmiddels te vinden. Garley is daar ook een aantal keren geweest: “Het is altijd heel druk en het is echt een feest van verbroedering. We ontmoeten elkaar weer. Vrienden spreken met elkaar af om daarheen te gaan, familieleden zien elkaar weer. De sfeer is altijd ontzettend uitgelaten. Er zijn stands waar je veel informatie kan vinden over Suriname en de slavernij, maar ook veel eten- en drinktentjes. Bands treden op, er wordt gedanst en gelachen.”

Er zijn ook steeds meer autochtone Nederlanders op Keti Koti. Dat is natuurlijk fijn om te zien: “Het laat alleen maar zien hoe het gaat met de integratie van Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders. Zij hebben ook gewoon witte partners en witte buren die benieuwd zijn naar dit feest, naar onze cultuur. Op Keti Koti mogen we allemaal onszelf zijn, zonder oordeel. Als ik mijn dochter meeneem kan ik haar laten zien waar ik vandaan kom, wat mijn roots zijn. Het is naast een viering van vrijheid ook een viering van onze cultuur.”

Vrijheid in gebondenheid

Toch is de aanleiding van Keti Koti nog steeds ook pijnlijk voor Surinaamse en Antilliaanse mensen: “We vieren onze vrijheid, maar het is nog steeds vrijheid in gebondenheid. Wat er in de VS is gebeurd met George Floyd, dat is heel tekenend voor hoe gekleurde mensen zich voelen. Die knie in zijn nek werd hem fataal, maar elke Nederlander met een donkere of zwarte huidskleur heeft een knie in de nek. We hebben een knie in onze nek bij het vinden van een huis, we hebben een knie in onze nek bij het vinden van een baan, we hebben een knie in onze nek als we onze creatieve vrijheid willen uiten. Zijn wij wel vrij? Is vrijheid niet dat iedereen gelijke kansen krijgt in de samenleving? Krijgen we écht evenveel kansen als iedereen.

Zelfs mijn achternaam getuigt van het slavernijverleden

Maar weinig Friezen kennen Keti Koti en dat komt, volgens Garley, vooral omdat Nederlanders maar weinig weten over hun slavernijverleden: “Men vindt het ongemakkelijk en pijnlijk om erover te praten. Men wil misschien niet denken aan hun voorvaderen die daar als barbaren met de zweep hebben geregeerd. Dan zegt men; het is in het verleden gebeurd? Dat klopt, maar donkere en gekleurde mensen ervaren nog steeds de gevolgen van slavernij. Kijk alleen maar naar mijn achternaam Katoen. Dat is geen Surinaamse achternaam. Mijn voorouders waren slaaf en hebben die achternaam waarschijnlijk gekregen van hun witte slavenhouder. Hun identiteit is hun letterlijk ontnomen en nog steeds draag ik die naam.”

Toen Garley in Nederland kwam wist hij veel over de Nederlandse geschiedenis: “Ik wist dat de Rijn komt bij Lobith ons land binnen, wie wie is in het Koninklijk huis en wie Willem van Oranje doodschoot. Wat weten Nederlandse leerlingen over Suriname? Weten zij de datum waarop Nederland de slavernij afschafte? Weten zij over de Decembermoorden?” Garley legt de schuld hiervan vooral bij de overheid, die volgens hen niet altijd eerlijk geweest en ze zouden ook in het onderwijs voorlichting moeten geven over de rol van Nederland in de kolonies: “We moeten eerlijk en oprecht kijken naar ons verleden en ervan leren. Dat is pijnlijk, maar als we dat niet doen zullen we tijdens Keti Koti nooit echt vrij zijn.”

Afbeelding