“Scholen hebben meesters nodig”
Op 19 november was het internationale mannendag. Een dag waarop maatschappelijke thema's zoals gezondheid, gelijkheid en seksediscriminatie centraal staan. Voor ons aanleiding om een man met een ‘typisch vrouwenberoep’ eens te vragen naar zijn werk en de eventuele vooroordelen waar hij tegen aanloopt. Leon van der Werf (35) is leerkracht op basisschool ‘t Foarhûs in Drachten.
Meester Leon praat vol enthousiasme over zijn beroep, ‘zijn’ kinderen en noemt zijn werk magisch. Dit is zijn derde jaar voor de klas. Na twee jaar lang in groep 4 lesgegeven te hebben, is nu groep 7 aan de beurt. Hij legt uit: “Ik heb niet altijd voor de klas gestaan. Ik werkte hiervoor in het bedrijfsleven en heb dus heel bewust de keuze gemaakt om leraar te worden.”
Van der Werf werkte in de financiële sector bij een bank. Hij merkte op weinig enthousiast te worden van elke dag met euro’s, groei en omzet bezig te zijn. Een coachingstraject en in het bijzonder de gesprekken met zijn vrouw, die ook in het onderwijs werkt, doen hem realiseren dat hij ander werk wil. “Het raakte me als ze vertelde over school en dan vooral wanneer het ging over kinderen die het wat moeilijker hebben. Toen wist ik dat ik een wezenlijk onderdeel wilde uitmaken in het leven van kinderen om ze zo een stukje verder te helpen in hun ontwikkeling.”
En dus was het twee jaar lang, zeven dagen per week flink buffelen. Drie dagen werken, twee dagen stage lopen en ’s avonds en in het weekend studeren. “Het was pittig. Ik was dan ook dolblij dat ik na mijn afstuderen mijn sociale leven weer kon oppikken.” Als extra motivator om de verkorte PABO in twee jaar tijd af te ronden was het vooruitzicht om vader te worden. “Ik werd na de diplomering niet alleen beloond met een fantastische baan, maar ook met een prachtige dochter.” Het werk is hem bovendien nog geen dag tegen gevallen. “Hoe klein ook, elke dag maak ik toch een verschilletje voor die kinderen. En dat is het mooie aan dit werk. Ik wil ook geen dag school missen: ik heb zo’n leuke klas.”
Naast meester Leon heeft basisschool ‘t Foarhûs ook Meester Erwin in dienst. Haast een ongekende luxe, aangezien slechts 15 procent van de leraren op de basisschool man is. Op de vraag waarom er zo weinig mannen in het basisonderwijs werken, heeft hij geen eenduidig antwoord. “Mogelijk heeft het imago van de PABO en de manier waarop creatieve vakken in het onderwijs gegeven worden hier een invloed op. Erwin en ik krijgen de vrijheid om hier onze eigen draai aan te geven. We doen meer technische opdrachten. Daarnaast hebben we proefjes en races met zelfgemaakte auto’s in de planning staan. Op deze manier werken we ook aan de 21e-eeuwse vaardigheden. Het mooie is dat de kinderen het prachtig vinden.”
Door de verschillen tussen juffen en meesters is er voor elk kind een rolmodel. Van der Werf: "Het is jammer dat er zo weinig mannelijke leerkrachten zijn, want ik denk echt dat scholen zowel juffen als meesters nodig hebben. We zijn verschillend en daardoor complementeren we elkaar en ontstaat er een evenwichtiger geheel.” Waar vroeger de hoofdmeester veel aanzien had in het dorp of de stad, heb je nu te maken met vooroordelen dat je soft ben als je voor de klas staat of dat het echt een vrouwenberoep is. In zijn omgeving merkt Van der Werf daar overigens weinig van. "Ik krijg juist veel waardering voor wat ik doe. Ik denk ook dat de algemene beeldvorming door het staken veranderd is, waardoor er meer begrip is. Tegen mannen die het vak van leerkracht overwegen zou ik willen zeggen: elke dag voor de klas is afwisselend en uitdagend. Het geeft veel voldoening om de leerlingen elke dag weer te helpen om de wereld te leren begrijpen.”