Frank Wijnsma: "Persoonlijk contact is in de thuiszorg even goed belangrijk"
Frank Wijnsma: "Persoonlijk contact is in de thuiszorg even goed belangrijk" Foto: Linda van der Heide

"Onze humor wordt enorm gewaardeerd"

Op 19 november was het internationale mannendag. Een dag waarop maatschappelijke thema's zoals gezondheid, gelijkheid en seksediscriminatie centraal staan. Voor ons aanleiding om een man met een ‘typisch vrouwenberoep’ eens te vragen naar zijn werk en de eventuele vooroordelen waar hij tegen aanloopt. Frank Wijnsma (41) werkt in de thuiszorg in Leeuwarden.

Gratis woonruimte in Amsterdam zorgde ervoor dat Wijnsma 22 jaar geleden de zorg in ging. Geboren in Warfstermolen kwam hij regelmatig in Amsterdam bij vrienden van zijn ouders. Toen hij op zijn negentiende een advertentie in de Leeuwarder Courant zag staan waarin jongelui gevraagd werd naar de hoofdstad te komen om in de zorg, het onderwijs of bij de politie te werken, twijfelde hij niet lang. Hij had nog geen duidelijk plan, behalve dat hij graag in Amsterdam wilde wonen. Naast de aangeboden kamer werd ook de opleiding betaald en dus was de keuze snel gemaakt. “Het was bovendien werkend leren, waardoor we gelijk betaald krijgen.”

Allemaal praktische redenen om de opleiding tot verpleger te volgen. Maar al snel ontdekt hij dat de zorg hem goed ligt. “Een blauwe maandag heb ik in het ziekenhuis gewerkt, maar dat vond ik te afstandelijk. Verder heb ik altijd in verpleeghuizen gewerkt, met verstandelijk gehandicapten en dementerende ouderen.” Eerst als persoonlijk begeleider, vervolgens als zorg-coördinator en teamleider. “Dat heb ik gedaan tot ik vier jaar geleden weer naar Friesland verhuisde.”

Wijnsma werkt in Leeuwarden bij Thuiszorg Het Friese land. De eerste twee jaar volledig in de nachtploeg. Nu heeft hij een redelijk vast rooster waarbij hij nog maar drie nachten per maand hoeft te werken. “Dat is fijn, want het werk kan best pittig zijn.” Hoewel Wijnsma geen persoon is om snel te klagen, vertelt hij desgevraagd waar hij weleens tegen aan loopt. “De zorg is zakelijker geworden. Je krijgt een bepaald tijdvak waarin je dingen moet doen. Soms dat is voldoende en als je snel werkt zoals ik, heb je dan nog tijd over om even te kletsen en een kopje koffie te doen. Maar af en toe is het ook te krap.” En hij begrijpt dat tijd een factor is. “Want hoe sneller iets kan, hoe minder geld het de samenleving kost. Het lastige is dat de vraag naar zorg toeneemt en er steeds minder mensen zijn die de zorg kunnen bieden. Terwijl tegelijkertijd dat persoonlijke contact ook heel belangrijk is.” Niet alleen omdat het thuiszorgpersoneel soms de enige mensen zijn die ze spreken, juist omdat er tijdens dergelijke gesprekjes zaken naar boven komen waarvan de verpleger anders niet op de hoogte was geweest.

Het persoonlijke contact maakt het werk ook leuk. Evenals de afwisseling. “We doen echt van alles. Van wassen, aankleden en lekker douchen tot medische handelingen zoals injecteren en wondzorg. Daarnaast is er een stukje sociale controle en begeleiden we mensen die net een aandoening hebben.” Doordat hij vaak dezelfde mensen ziet, bouwt hij een band met ze op. “Het zijn toch vaak oudere mensen die we helpen. En die kunnen lang niet allemaal op bezoek rekenen en dan is het fijn een praatje met ze te kunnen maken.”

Dat er dan wel eens laatdunkend gedaan wordt over zijn beroep vindt hij jammer. Juist omdat ze zulk wezenlijk werk doen. "Er zijn van die stigma's die totaal niet kloppen. Ik werd gewaarschuwd dat oudere vrouwen in Friesland liever niet door een man geholpen zouden worden. Maar het tegenovergestelde is juist waar. Mannen hebben net een andere insteek, althans dat is wat ik vaak terug gekoppeld krijg van cliënten. Dat wij wat losser zijn en een ander soort humor hebben, en dat wordt juist gewaardeerd.”